Wat is secundaire verminderde vruchtbaarheid?
Verminderde vruchtbaarheid bestaat in 2 vormen: primair en secundair.
Van primaire verminderde vruchtbaarheid spreken we als iemand nog nooit zwanger is geweest.
Van secundaire verminderde vruchtbaarheid spreken we als er eerder op zijn minst 1 zwangerschap is geweest en het lukt daarna niet om zwanger te worden of een zwangerschap te voldragen. Voorwaarde daarbij is wel dat je bij je eerste zwangerschap geen problemen had om zwanger te worden.
Secundaire verminderde vruchtbaarheid heeft veelal dezelfde oorzaken als primaire verminderde vruchtbaarheid, zoals bijvoorbeeld:
- Problemen met de zaadcellen (niet genoeg zaadcellen, geen goede beweeglijkheid of geen goede vorm).
- Schade aan de eileiders waardoor de eicel en de zaadcel elkaar niet goed kunnen ontmoeten.
- Problemen met de ovulatie of je cyclus.
- Littekenweefsel door endometriose.
- Vleesbomen of adenomyose
- Andere factoren, zoals
- leeftijd,
- gewicht,
- gebruik van medicatie,
- leefstijl (zoals roken, drugs, alcohol, cafeïne, voeding, supplementen)
- Problemen of complicaties die ontstaan zijn door de voorgaande zwangerschap of bevalling. We zien bijvoorbeeld vaak dat verklevingen ontstaan na een heftige bevalling. Dat kan zowel een vaginale bevalling zijn geweest als een keizersnede. Een heftige bevalling kan heel lang duren of juist heel kort. Ieder lichaam reageert daar weer anders op. Er kan ook een niche zijn ontstaan na een bevalling met een keizersnede. En zo zijn er nog tal van problemen die mogelijk ontstaan zijn na een voorgaande bevalling.
Als je jonger bent dan 36 jaar, dan is het raadzaam om naar de huisarts te gaan als het na 12 maanden nog niet gelukt is om zwanger te worden. Ben je 36 jaar of ouder dan kun je na 6 maanden al contact opnemen met je huisarts.
Secundaire verminderde vruchtbaarheid kan komen als een verrassing. Je verwacht het niet als het de eerste keer (redelijk) soepel ging. Het kan ook heel stressvol zijn. Als je het lastig vindt om er mee om te kunnen gaan zoek dan hulp. Dat kan een professional zijn, maar zeker ook familie of vrienden die je kunnen ondersteunen.